Een bescheiden - doch in oorsprong kostbaar - geschenk voor
de Vrienden-Donateurs van de Stichting Odigia-Instituut
"Surprise!"
"Where did you find it!" riep Prof. Kurt Weitzmann uit toen hij in 1977 dit manuscript-blad met Marcus, zijn evangelie schrijvend, zag.
Een begrijpelijke uitroep van een van de belangrijkste experts voor de Byzantijnse kunst (aan de Princeton University in de USA), die zich jarenlang had afgevraagd, waar deze Marcus gebleven was. Sinds 1931, toen het blad voor het laatst geëxposeerd werd in Parijs. Nog behorend tot de Guerson collectie.De herkomst was een, sinds 1922 bekend, Lectionarium–manuscript, vervaardigd in de ‘Phanar-school’ in Konstantinopel. Volgens het colofon heeft Keizerin Katharina Comnene, kort na 1057, de opdracht tot vervaardiging gegeven. In 1063 schonk zij het Lectionarium aan het klooster van de H. Triniteit in Chalki.
Een tentoonstelling
In 1973 toonde het ‘Art Museum of the Princeton University’ (in de USA) een expositie - ‘In Honour of Kurt Weitzmann’ - van een collectie ‘Illuminated Greek Manuscripts from American Collections’.
Onder die titel komt ook een boekcatalogus uit over de collectie. Samengesteld door Dr. Gary Vikan, directeur van het Cleveland Museum.
Als no. 13 werd een blad afgebeeld met de H. Lucas (afb. rechts beneden). Dat was één van de 4 evangelisten uit het ‘Phanar-Lectionarium’ waarvan ook de hier besproken Marcus deel had uitgemaakt.Het Cleveland Museum of Art had dit Lucas-blad al in 1942 verworven. Samen met een derde blad: met de afbeelding (ikoon) van Mattheus.
Lucas Marcus De tekst in het boek van de Princeton expositie vervolgt:
It is characteristic of Constantinopolitan style around the middle of the eleventh century. The classicizing aspects of the Macedonian Renaissance are not entirely lost in the fully modeled face and garments of the seated Evangelist; but the drapery folds and the treatment of light on the furniture have become conventional.
Furthermore, the flat ornament of the frame and the tilting of the lectern reveal a planarity that is also found in such contemporary manuscripts as Paris, Bibl. Nat. cod. Coislin 21, but is absent from the finest products of the previous century. Of the three other Evangelist portraits from the Phanar Lectionary, that of Matthew is also in Cleveland (cat. 14).
En dan volgt de tekst:
That of Mark was in the Guerson collection in Paris, but has not recently been located; and that of John seems to have been lost
(in de originele tekst niet vet afgedrukt)
Een succesvolle zoektocht
Waar was Marcus dus sinds 1931?Het wèl noemen van de laatst bekende locatie van het Marcus-blad, nota bene nog gepubliceerd in 1931 was dus heel intrigerend. Heeft iemand ooit nadien nog naar dat blad gezocht?
Dat zou toch logisch zijn. Het (weer) samenbrengen van de 3 (of 4?) afbeeldingen zou kunsthistorisch heel belangrijk kunnen zijn.‘Op het spoor gezet’ door het boek van de Princeton expositie, ging Robert Roozemond - voor het toenmalig Ikonencentrum in Kasteel de Wijenburgh - op lange speurtocht in Parijs.
In 1976 (dus 34 jaar ná Cleveland) vond hij daar de twee bladen uit het Phanar-manuscript die nu hier afgebeeld en besproken worden.
Literatuur
G. Vikan: ‘Illuminated Greek Manuscripts from American Collections’, Princeton 1973
C. Diehl: ‘L'Evangélaire de l'impératrice Catharine Comnene’, Paris 1922
C. Diehl: ‘Monuments byzantins inédits du onzième siècle’, Art Studies 1927 (alle 4 evangelisten gereproduceerd)
Musée des Arts Décoratifs - Parijs 1931. ‘Exposition internationale d'art byzantin’, no. 653De afbeeldingen
De zwart-wit afbeeldingen komen uit de catalogues van 1931.
De facsimile-kopie is in formaat en kleur exact gelijk aan het origineel op perkament. Deze kopie werd in 1977 - in opdracht van het toenmalig Ikonencentrum in Kasteel De Wijenburgh – in beperkte oplage gedrukt als ‘oorkonde’ voor de presentatie door het Dumbarton Oaks Museum - Washington / Trustees Harvard University USA. © Stichting ODIGIA-Instituut Den Haag NL www.odigia.nl stichting@odigia.nl