De Kerstikoon : Geboorte en Aanbidding van Jezus

1 : Inleiding en Oorsprong

2 : 150x ikonen van, rond en na de Geboorte van Jezus

01 : De historie
02 : De vroedvrouwen
03 : De komst van de magiërs
04 : De ster - het Licht
05 : De os en de ezel
06 : De grot
07 : De kribbe
08 : Maria - De Moeder Gods
09 : Het baden van het Kind
10 : Jozef
11 : De herders
12 : De magiërs
13 : De kindermoord en de vlucht naar Egypte
14 : De moord op Zacharias
15 : Het landschap en de hemel
16 : De engelen
Het mysterie blijft ondoorgrondelijk
Uitgebreide kerkikoon van de Geboorte van Jezus. Voorheen collectie De Wijenburgh - 'IKON - Inspired Art', nr. 39 - WB 3607, Noord-Russisch, 16e-17e eeuw, 89 x 71 cm
(klik op de afbeelding voor een vergroting)









 


 

Inleiding
 
"Toen hij de mens, die naar zijn ikoon en gelijkenis geschapen was, gevallen zag door de overtreding, boog Jezus de hemelen neder om af te dalen."

 
   afb.1
Geboorte van Jezus   
Russische ikoon - 16de/17de eeuw   
 

Bovenstaande regels uit de Kerst-litanie (gezangen), geschreven door de monnik Ioannies, verenigen in zich een veelheid van mogelijkheden tot inzicht in de orthodoxe (= zuiver) christelijke overtuiging. Het is een lyrische verklaring van de ondeelbare Drie-eenheid. Evenals van de twee naturen van Jezus, als mens en als van God met de Geest gezalfde Christus (Messias).
De Messias, de Geest Gods, troont in de hemel en buigt deze open om als Jezus 'neder te dalen'. (Letterlijk en figuurlijk - in lijf en Geest.)
Het is bovendien een rechtvaardiging tot het afbeelden van de 'Heer God en Verlosser Jezus Christus' als mens, die "naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen is".

Door de beschrijving in het Lukas-evangelie, maar nog meer door die in de apocriefe bronnen, zoals het Proto-evangelie van Jakobus 'de Geboorte van Maria' en de Pseudo-Mattheüs, is het bovendien een uiterst reëel en menselijk gebeuren.
Dit in tegenstelling tot het Paasgebeuren en de Paasikoon, als Christus tot generaal Verlosser wordt op een moment dat buiten de meetbare tijd ligt en in een gedaante die niet uitgebeeld kan worden, omdat de goddelijke natuur in feite niet uit te beelden kan en mag zijn (zie afb.2).

Het 'kerstfeest', de geboorte van het nieuwe leven, de eerste vervulling van de belofte gedaan door de profeten, de komst van de Christus, is - als een uiterst 'aards' feest - een van de grootste feesten voor het hele christendom. Hier - in ons westers christendom - wellicht het allerbelangrijkste, belangrijker dan het paasgebeuren.

   afb.2
Anastasis - de 'Paasikoon'-   
Verlossing uit de Hades   
Russische ikoon - 17de eeuw   
In het oosters orthodox christendom wordt Pasen het meest vereerd. De bijna stoffelijke vervulling van de belofte tot verlossing van de mens door het offer van Jezus Christus. Het sterven waaruit nieuw leven geboren wordt, door verheffing en opstanding. Het grote feest van de Hoop.
Maar die hoop vond haar oorsprong in de komst van de langverwachte Messias. Het kind waarvan de geboorte met een hemels licht werd verkondigd. Zonder zijn komst zou er geen verlossing zijn.

Daarom is de geboorte van Jezus ook in de oosterse orthodoxie een feest dat een primaire plaats inneemt en op ontelbare ikonen die deemoedige vreugde toont.
In de geweldige ikonenschat die Byzantijnse, Koptische, Griekse, Slavische en nog meer orthodoxe Kerken hebben gekend (en nog kennen) wordt de voorstelling van de geboorte van Jezus zo veelvuldig aangetroffen, dat het aantal waarschijnlijk de kerstvoorstellingen in de westerse iconografie verre overtreft.

 
 
 
 
 
De oorsprong
 

De ikoon van Jezus' geboorte en de aanbidding door de koningen wordt in elke feestdagenrij van een orthodoxe kerkikonostase en op elke feestdagenikoon gevonden. Als vierde feest - na de geboorte van Maria, de opdracht van Maria in de tempel en de annunciatie.
In orthodoxe gezinnen werd bij de geboorte van een kind dikwijls een geboorte-ikoon geschonken. De welgestelde burgers en de adel hadden, in hun "mooie hoek" met ikonen, de geboorte en aanbidding als een van de belangrijkste feestikonen opgesteld.
 
afb.3    Huisikoon met Anastasis en 12 Grote Feesten   
 Russisch   19de eeuw   
 

 
 
 
 
 
 
 
afb.4   
 
 
 
 
klein koper/brons  
draagikoon  
17de/18de eeuw  
Geboorte van Jezus  
midden boven  
Heilig Mandylion  

 
 
 
Gelovigen droegen de geboorteafbeelding als klein metalen draagikoon met zich mee op het land, op reis of op het slagveld. Zo ontstonden ikonen van zeer groot formaat (soms meer dan een meter hoog) voor de kapitale kathedraal-ikonostases tot draagikoontjes van enkele centimeters groot. Maar alle, ons bekende, geboorte-ikonen volgen in grote lijnen de voorstelling, zoals die tussen de vierde en elfde eeuw is ontstaan en zich heeft ontwikkeld.

Het handboek voor de Griekse ikonenschilders op de berg Athos beschrijft de voorstelling in hoofdstuk 213:

Een grot. Daarbinnen aan de rechterkant de Moeder Gods. Christus, gewikkeld als een kind, ligt in een kribbe als wieg. Voor de kribbe staan een os en een paard, welke naar Christus kijken. Bij Jozef en de Allerheiligste, de herders met hun staf, welke vol verwondering op het kind Christus neerzien. Boven hen een engel, die hen zegent. Aan de andere zijde de magiërs, in koninklijk gewaad. Zij wijzen elkaar op de ster. Boven de grot een schare engelen in de wolken, welke een tekstband vasthouden met het opschrift: "Ere zij God in den hoge en op aarde, vrede en Gods welbehagen onder de mensen". Een grote straal die nederdaalt op het hoofd van Christus.

afb.5    Aanbidding door de Magiërs
 ikoon uit een Feestdagenrij
 Zuid-Russisch 18de/19de eeuw   
 

 
 
 
 

Russische ikonen wijken af van de Griekse iconografie. Bron daarvan zijn mede de, enigszins van het Athos-schilderboek afwijkende voorbeelden voor ikonen in de 'Podlinniki' - de schilderboeken uit de Russische iconografie. Op Russische ikonen is de Moeders Gods meestal liggend afgebeeld. Meer hierover wordt vermeld bij de beschrijving van de details van de geboorte-ikoon.

De voorstelling gaat voor een deel terug op een canonieke bron: het Lucas evangelie, 2e hoofdstuk, vers 4 e.v. Maar, zoals voor de meeste ikonen, ligt de oorsprong veel meer bij de apocriefe bronnen, waaronder het Proto-evangelie van Jakobus, het Arabische evangelie van de jeugd van de Verlosser: de zogenaamde Pseudo Mattheüs en in mindere mate, op andere nieuwtestamentische Apocriefen.

De oudst bekende voorstelling van Jezus' geboorte wordt gevonden in de catacombe van de St. Sebastiaan in Rome. Dat is een fresco, daterend uit de vierde eeuw.

afb.6  

Detail  
van een  
  2de-eeuwse  
sarcofaag  
Museo  
delle  
Terme  
Rome  
Maar bij het samenstellen van deze beschrijving van de Geboorteikoon, werd een afbeelding ontdekt van een sterk vergelijkbare voorstelling uit de 2e eeuw. De Moeder zit op de barensstoel. Twee vroedvrouwen wassen het Kind.

Mocht hier de geboorte van Jezus worden verbeeld, dan zou het zelfs een vroeger voorbeeld van de iconografie van het thema zijn.


Uit de 4e eeuw stamt, zowel in het oosten als in Rome, de bewuste viering van de geboorte van Jezus. Het feest werd echter toen nog, niet als een historisch apart te gedenken feest, maar meer als een ideëel feest verbonden aan de Theofanieën. Zijn geboorte, openbaring aan de Magiërs, doop, in een aangesloten periode. In de Armeense ritus worden deze feesten dan ook nog steeds als geheel van de Epifanie gevierd.

De geboorte van Jezus Christus werd in Egypte voor het eerst liturgisch apart gevierd, in de nacht van de 5e op de 6e januari. In Romeins-christelijke kringen in Egypte nam deze viering de plaats in van het feest van de geboorte van Ayon, de god van Alexandrië, welk feest door de heidenen werd gevierd bij de zonnewende.
Volgens de door Amenemhet I omstreeks 1991 v. Chr. ingevoerde Egyptische kalender, was dat feest van de zonnewende op de 6e januari gesteld.

Later werd de datum van de zonnewende naar 25 december verzet. Kennelijk ook omdat de Romeinen op die dag de 'Natalis Solis Invicti' vierden; de geboorte van het Onoverwinnelijk Licht. Dit Romeinse feest werd in 275 na Chr. ingevoerd door keizer Aurelianus. In andere gebieden van het keizerrijk vierde men op dezelfde dag soortgelijke feesten. De Arabische Nabateërs in Petra vierden bijvoorbeeld de geboorte van hun Dus Ares. De Hebreeën vierden de nieuwe inwijding van de tempel op de 25e van de maand Kislew; ook dit komt weer overeen met de zonnewende.

En zeker niet de minste reden was de poging om de Mithras-verering - die over het hele Romeinse Rijk wijd verspreid was - om te buigen naar verering van Jezus Christus. En de geboorte 'uit een berg (grot)' van Mithras werd gevierd op 25 december.
Feitelijk waren het dus de Romeinen, die het feest van de geboorte van Christus hebben afgescheiden van de 6de januari en op 25 decemberstelden. Zonder twijfel als een feest van de zon: verering van 'het Nieuwe Licht'. De invoering van dit feest geschiedde in het jaar 354.

afb.7
Geboorte van Mithras
(uit een grot)
Hij verrijst in een Hemelboog

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De heilige Johannes Chrysostomos heeft in de 4e eeuw het geboortefeest als een zelfstandig feest in het Oosten, in Antiochië, ingevoerd. Van het begin af aan echter werd het daar, veel meer dan in Rome, een feest ter herinnering aan een historisch gebeuren. Voor alles werd het wonder van de 'geboorte in zuiverheid' beklemtoond. Een prelude als het ware op het feest ter ere van de 'Moeder Gods' dat op de 26e december werd gevierd.

Zowel het volkse, als het meer dichterlijke karakter van dit oorspronkelijk oosterse feest, kreeg pas veel later invloed op de viering in het westen. Hier zou het, vooral onder invloed van de heilige Franciscus van Assisi, een belangrijke plaats gaan innemen in het volksleven van de Latijnse landen en werd de betekenis zo groot, dat het in feestelijkheid het paasgebeuren voorbij streefde.

   
In velerlei opzichten heeft het feest de aparte viering van Driekoningen verdrongen en is voor de gelovigen de aanbidding door de magiërs - de wijzen - de koningen, een deel geworden van de viering van de geboorte.
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ook hier ontstaat een geschiedkundige verwarring, althans voor zover in de apocriefe boeken van geschiedkunde gesproken kan worden. Deze Apocriefen die, evenals trouwens de canonieke evangeliën, pretenderen te zijn ontstaan tijdens of zeer kort na het leven van Jezus, dienen historisch te worden geplaatst in de 2de t/m de 4de eeuw en zullen bij hun ontstaan dan ook uiterst beïnvloed zijn geweest door een christelijke (politieke) verdichting, die paste in het beeld dat de - dus veel latere - schrijvers, uit metafysische overwegingen of op kerkpropagandistische gronden, graag wilden geven. Het is niet uitgesloten dat in de oorspronkelijke opvatting de magiërs pas veel later het kind bezochten. (Ze hadden een héél lange reis af te leggen vanaf het moment dat zij de ster zagen die de geboorte van Jezus verlichtte.)

Maar terug naar de ikonen. Ongetwijfeld zullen we verderop wel weer afdwalen op zijsporen, waardoor we de voorstelling nu en dan uit het oog verliezen, maar hopelijk bestijgen we op deze zijsporen af en toe een heuvel van waaruit we een beter zicht hebben op ons uitgangspunt.
De geboorte van Jezus heeft overigens, naast de directe kerstvoorstelling, in de discussies die tijdens de grote ikonenstrijd in de 7de - 9de eeuw ontbrandde, de ikonen-vóórstanders een bijzonder sterk argument in handen gegeven.
De tegenstanders van de ikonen - 'terecht' angstig voor een nieuwe afgoderij, die het christendom juist had willen verdringen bij de Helleense heidenen - beriepen zich op het goddelijke gebod: "Gij zult u geen beeltenis snijden ….".
Maar door de geboorte van Christus - het door God, wederom, direct op aarde scheppen van Zijn goddelijk beeld, een soort door God gelegaliseerde materialisering van de goddelijkheid - was in wezen de iconografie, het uitbeelden van het heilige, door de Allerhoogste zelf gesanctioneerd. In de (kerst)gezangen van de monnik Joannes klinkt dan ook:

Heden is God in de wereld gekomen ….. Heden wordt Hij in vlees aanschouwd. Die volgens Zijn eigen natuur onzichtbaar is….Toen Hij de mens, die naar Zijn ikoon en gelijkenis geschapen was….
De strijd tegen de heidense afgodsbeeldjes, voor het vroege christendom zeker een realiteit, wordt dan nog eens onderstreept in de regel:
Nu is beëindigd het bedrog der afgoderij, want Christus heerst in alle Heerlijkheid…
Door de hele orthodoxe kerstvespers en -metten wordt de stelling herhaald, dat God de mens naar Zijn ikoon had geschapen; hoe de mens dit beeld had bedorven door de zondeval; en waarna God, door de komst van Jezus Christus, Zijn (zuivere) Ikoon op aarde herstelt.

Waarmee aan de eerste twee van de tien geboden, die aan Mozes en het volk werden gegeven, door God zelf een wending is gegeven. Al wijzen de meest strikt orthodoxe gelovigen nog steeds een 'ikoon' van God de Vader af en behoren niet de ikonen zelf (de aardse materie) te worden aanbeden, maar de aanwezigheid van de Geest in de ikonen.

R.J.R.  
januari 2009

 


Ga nu naar het tweede deel : een gedetailleerde beschrijving van
De ikonen van de Geboorte
die geïllustreerd is met ca. 150 afbeeldingen